AFRONDING

AFRONDING

Syntaxis: =AFRONDING(A1;2) Het resultaat van deze functie is 23,78.

Rondt een getal af op het opgegeven aantal decimalen, aangeven door het tweede argument in de formule.
Als de cel A1 bijvoorbeeld 23,7825 bevat en u die waarde wilt afronden op twee decimalen, kunt u de volgende formule gebruiken:
AFRONDING(getal, aantal_decimalen)

Als aantal-decimalen gelijk aan 0 is, wordt het getal afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.

Als aantal-decimalen kleiner dan 0 is, wordt het getal afgerond op de waarde links van het decimaalteken.

Als u altijd naar boven (verder van nul af) wilt afronden, gebruikt u de functie AFRONDEN.NAAR.BOVEN.

Als u altijd naar beneden (dichter naar nul toe) wilt afronden, gebruikt u de functie AFRONDEN.NAAR.BENEDEN.

Als u een getal wilt afronden op een bepaald veelvoud (bijvoorbeeld op de dichtstbijzijnde 0,5), gebruikt u de functie AFRONDEN.N.VEELVOUD.